Afgelopen donderdag ook flink lopen praten over de verschillende tanks, en in al mijn nerdigheid heb ik maar besloten om het allemaal eens op te schrijven.
Dus bij deze uw gratis geschiedenisles in de vorm van mijn
Korte samenvatting van de ontwikkeling van Soviet tanks na WOII Het begint allemaal met de
T-44Dit is de tank die in ’43 werd ontwikkelt om de T-34 te vervangen, die ondertussen overklast begon te worden door de nieuwste Duitse tanks.
Een nieuwe torsie-vering, een groter 85mm kanon, wat meer pantser, een krachtigere motor, een efficiëntere vierkante romp, en, in een stap die ieder tank ontwerp later zal volgen, het romp-machinegeweer en het bijbehorende bemanningslid verdwijnt. Alles samen geeft dat een tank die op alle punten de T-34 overklast zonder zijn beroemde mobiliteit in te leveren.
Omschakelen naar grootschalige productie zal echter niet zo snel gaan, en als tussenoplossing werd er ook gewerkt aan het bewapenen van de T-34 met hetzelfde 85mm kanon. De koepel van de T-44 werd op een practisch onaangepaste T-34 romp gezet, en de resulterende T-34/85 was een groot succes.
Al die fabrieken die al T-34’s maakten konden zonder hapering grote aantallen blijven produceren. De T-44 was duidelijk een betere tank, maar de Russen gingen zoals gewoonlijk voor kwantiteit over kwaliteit en de T-34/85 was ‘goed genoeg’ om de oorlog te winnen.
De T-44 werd slechts in (relatief) kleine hoeveelheden geproduceerd, en zou nooit in WO2 worden ingezet.
Toen de oorlog eenmaal was gewonnen werd het toch echt tijd om de T-34 te vervangen, en het T-44 ontwerp werd weer tevoorschijn gehaald. De wereld was verder vooruit gegaan, dus het kanon moest weer wat groter, het pantser wat dikker, en die halve bolvorm voor de koepel van de IS-3 was (na een paar vroege series met nog een T-34-achtige koepel) ook een goed idee. Samen resulteert dit in de:
T-54/55(Het verschil tussen de T-54 en T-55 is zo klein dat ze over het algemeen als 1 type worden aangeduid, voor het gemak noem ik ze nu allemaal T-55
)
De T-55 is in essentie het beste van alle Soviet tanks uit WOII: de mobiliteit van de T-34, de bescherming van de IS-series, en het kanon van de SU-100.
De techniek is puur WOII, lekker simpel en goedkoop, maar voor zn tijd (1947) zeer effectief.
Dit maakte de tank ook heel aantrekkelijk voor buitenlandse klanten (Zowel hun Warschau-pact Oostblok geallieerden als armere Derde Wereld landen), zeker ook omdat zn simpele constructie en techniek de tank makkelijk in gebruik maakte voor bemanning met een lage opleiding.
De Soviets bouwden de T-55 in enorme aantallen, voor zowel eigen gebruik als export, en hij werd ook gebouwd in andere landen als Tsjechië, Polen en China.
(De Tsjechische tanks zijn blijkbaar degene die je wilt hebben, met een betere bouwkwaliteit dan de Russische tanks)
Schattingen lopen uiteen van 80,000 tot 100,000+ (strakke administratie is niet altijd het sterkste punt van de producerende landen en zeker niet van hun klanten) en daarmee is het verreweg
de meest geproduceerde tank ooit.
Ondanks zijn leeftijd rijden er nog steeds duizenden rond in tientallen landen.
De T-55 is de rechtstreekse aanleiding voor de ontwikkeling van de tanks als de M-60, Chieftain en Leopard. Toen de Westerse landen in ’56 voor het eerst een T-54 in handen kregen kwamen ze er achter dat hun tanks van dat moment (M48, Centurion) niet goed genoeg waren.
Door de jaren heen zijn er zowel door de Russen als andere gebruikers verschillende upgrades gemaakt, van simpel tot zeer uitgebreid.
Heel indrukwekkend is de lijst van varianten en gebruikers, die is gewoon eindeloos
https://en.wikipedia.org/wiki/T-54/T-55_operators_and_variantsDe T-55AM2 zoals we die nu zien bij Flames of War Oost-Duitsers is een Tsjechische variant, met een verbeterde motor, pantser, electronica, etc. maar wel nog steeds hetzelfde kanon als de SU-100 van 40+ jaar eerder.
Zelfs nu nog zijn er bedrijven die upgrade pakketen aanbieden voor al die Afrikaanse dictators die wat moderns willen, maar nog geen zin hebben om hun T-55’s weg te gooien
https://en.wikipedia.org/wiki/T-55AGMHierna volgde in 1961 de
T-62In essentie een verbeterde T-55, met een groter kanon en een algemene verfijning van de groffere elementen van de T-55.
Het grotere kanon was de eerste ter wereld met gladde loop en APFSDS munitie, een echte blik op de toekomst want dit zou gevolgd worden door bijna alle andere tanks, en maakte een verlenging van het chassis noodzakelijk.
Heel mooi, maar met een bijna dubbel prijskaartje dachten al die buitenlandse klanten “
Doe ons maar gewoon wat van die T-55’s”
Toen er nieuwere munitie beschikbaar kwam voor het kanon van de T-55 werd het grote voordeel van de T-62, grotere vuurkracht, ook nog eens een stuk kleiner.
Ook bij de Soviets was de T-62 nooit bedoeld als de vervanger van de T-55, maar eerder de tank voor de elite doorbraak eenheden, met de T-55 voor de grote bulk.
Met 22,000+ stuks geproduceerd komt het niet in de buurt van de T-55, maar dat is nog steeds ruim meer dan iedere vergelijkbare Westerse tank.
Gemoderniseerde T-62M’s zouden nog tot in de jaren 90 onderdeel zijn van het Russische arsenaal.
Toen de Soviets hun T-62’s gingen vervangen voor nieuwere tanks kwamen ze voor een schijntje op de wereldmarkt, en nu kun je ze dus ook vinden op alle andere delen van de wereld (evt. ook weer met upgrades)
Een echte revolutie kwam een paar jaar later (1964) met de
T-64Deze tank was echt hyper-modern en introduceerde een automatisch laadsysteem voor het kanon en reduceerde zo de nu traditionele 4-man tank bemanning (commandant, chauffeur, schutter, lader) naar 3.
Dit maakte het mogelijk om de hele tank extreem klein en vooral laag te maken, en legde de basis voor alle volgende Soviet tank-ontwerpen.
Al dat moderne en revolutionaire zorgde er ook voor dat er een flinke prijs aan de tank hing, en het geheel behoorlijk complex in onderhoud was.
Dat waren niet de dingen waar al die trouwe T-55 klanten op zaten te wachten, en de T-64 zou in de Koude Oorlog tijd alleen gebruikt worden door de Russen.
Al gauw werd er dus gevraagd om een simpelere tank, ook omdat de Soviet industrie nooit genoeg van de complexe T-64 kon produceren om hun enorme legers te voorzien.
Dit liep vertraging op, omdat de ontwerper van de T-64 heel wat politieke vrienden had en er slecht tegen kon dat iemand durfde te suggereren dat zijn geniale, perfecte ontwerp enige nadelen had.
Via een politieke omweg werd er uiteindelijk gewerkt aan een ‘mobilisatie’ versie van de T-64, oftewel een versimpelde versie die in grote getalen gemaakt kon worden als het oorlog zou worden.
Uiteindelijk zou deze versie een compleet nieuwe tank worden en gewoon in massa-productie gaan als de:
T-72Deze tank behield het idee van de automatische lader en het bijbehorende lage profiel van de T-64 (van buitenaf lijken ze heel veel op elkaar) en combineerde het met plannen voor een verbeterde T-62 die al op de planken lag. Dit maakte alles veel minder complex, zowel qua constructie als voor onderhoud.
De prestaties van de T-72 waren, zoals te verwachten, slechter als de T-64, maar voor een fractie van de prijs was dit de opvolger van de T-55 waar al die buitenlandse klanten op zaten te wachten.
Net als de T-55 verkochten de Soviets de T-72 aan de hele wereld en werd hij ook weer in andere landen (na)gemaakt.
Met meer dan 25,000 stuks is het de op 1 na meest geproduceerde tank van na WOII (nr.1 is uiteraard de T-55)
Vanaf eind jaren 70 was de T-72 de meest voorkomende tank van de Soviets en hun Oostblok bondgenoten.
Export modellen en modellen gemaakt door andere landen misten vaak wat geavanceerde kenmerken in vergelijking met de Soviet modellen, zoals composiet pantser.
De Soviets hadden hun T-64’s ingedeeld bij hun elite doorbraak tank divisies, en de T-72 bij de bulk van de Motor-Infantrie, terwijl bv. Oost-Duitsland de T-72 bij de elite tank eenheden had en opgewaardeerde T-55’s bij de infantrie.
Ook de T-72 heeft heel wat upgrade programma’s gehad in de tussentijd, en is nog steeds
de meest gebruikte tank ter wereld.
Ondertussen werd de T-64 ook verder geëvolueerd en dit leidde tot de
T-80In essentie een T-64 met een veel krachtigere turbine motor (zoals ook gebruikt in de M1 Abrams) en andere aanpassingen die mogelijk werden door nieuwe techniek.
De nieuwe motor geeft de T-80 een enorme snelheid: bijna 90 km/u op de weg is schijnbaar mogelijk, en dat zijn echt Formule 1 snelheden voor een tank.
Een enorm brandstofverbruik is wel een belangrijk nadeel dat de Soviets bereid waren te accepteren.
Net als de T-64 was dit weer een complexe tank, bedoeld voor de elite front-eenheden.
In productie sinds 1976, ten tijde van de fictieve Team Yankee oorlog in 1985 waren er 1900 stuks in dienst bij de Soviets, voornamelijk gestationeerd in Europa
In de Soviet tijd werd de T-80 niet geëxporteerd naar andere landen, maar sinds de val van het Soviet rijk is de T-80 ook buiten Rusland verkocht.
Eerste gevechts-ervaring met de T-80 kwam in de oorlog in Tsjetsjenië in de jaren ’90. Daar bleek de T-80 veel kwetsbaarder was voor catastrofale interne explosies dan verwacht, en de schuld daarvoor werd gelegd bij de turbine motor. Andere bronnen geven de schuld aan de munitie opslag. Nieuwere T-80’s worden nu geproduceerd met hoogwaardige diesel motoren.
De Soviets in Team Yankee hebben op dit moment de T-64M en T-72, terwijl de Oost-Duitsers de T-72 en de T-55AM2 hebben.
De T-80 en ook nog de T-62 horen zeker thuis bij een historisch verantwoord Soviet leger in 1985.
Hopelijk zien we die nog eens bij andere uitbreidingen.
Met het val van het IJzeren Gordijn en het einde van de Koude Oorlog was er bij alle grote landen opeens niet zo veel geld meer beschikbaar voor grote militaire innovatie.
De Russen kwamen midden jaren ’90 nog met de T-90, maar dat was in feite niet meer dan een opgepimpte T-72 met een nieuw nummer bedacht door de marketing afdeling.
Ook de Westerse landen rijden nog rond in gemoderniseerde Abrams, Leopards en Challlengers, allemaal ontwerpen die nog stammen uit de late jaren ‘70
Maar in 2015 zagen we de eerste, echte nieuwe tank in lange tijd*:
T-14 ArmataGloednieuw en topgeheim, dus er is nog heel veel onbekend.
Gebouwd met Stealth technologie en een actieve verdediging: een automatisch systeem detecteert inkomende projectielen (raketten én zelfs kanonskogels) en schiet ze uit de lucht.
Het meest opvallende is dat de koepel volledig onbemand is. Daar zitten alleen de wapens met automatische laders en heel veel high-tech sensoren, terwijl de bemanning in een afgeschermde ruimte in de romp zit.
Heel prettig voor de overlevingskansen voor de bemanning natuurlijk, maar er zijn ook kritieken.
Als bij een T-64/72 de automatische lader kapot gaat is het nog steeds mogelijk om het kanon met de hand te laden. Dit gaat extreem onhandig in de krappe koepel van die tanks, maar het kan tenminste wel. Een mechanisch mankement in de koepel van de T-14 zal voor de bemanning onmogelijk zijn om op te lossen zonder de gevechtszone te verlaten. Ook zijn er meer dan genoeg tank-experts die menen dat ongeacht hoeveel hippe sensors en camera’s je hebt, er geen beter alternatief is voor een goed overzicht dan je hoofd naar buiten te steken en zelf te kijken. Een T-14 commandant mist die mogelijkheid.
Om er achter te komen wie er gelijk heeft zullen we moeten wachten op de volgende grote oorlog, dus misschien is het maar beter dat we het nooit zullen weten.
*Ik negeer hier de Japanse Type 10
Deze kleine maar indrukwekkende tank is gemaakt voor de Japanse zelfverdediging en wordt niet geëxporteerd naar andere landen, en zal dus geen grote internationale invloed hebben. Mocht de situatie met Noord-Korea echt helemaal uit de klauwen lopen kan dat misschien wel veranderen.